Het is een onooglijk geval. Hij blijft niet goed liggen op je aanrecht of snijplank. Een onbehouwen,  soort van rond ding, vuilwit bovendien. Aan de onderkant behept met een hoop ongetemde uitstulpingen. Wat moet je hier nou mee in de keuken, de wangen rozig van culinair verlangen? Grijp die knol, schrob hem stevig onder de lopende kraan en ga hem met een scherp keukenmes te lijf. Haal de worteleinden en de knobbelige schil eraf, sluit je ogen…en snuif dat ongelooflijk kruidige aroma op. Om kneiter van te worden. Hij heet dan ook niet voor niets apium graveolens. Graveolens betekent sterk geurend en apium is zijn familienaam: selderij. We hebben het over de knolselderij. Snijd hem doormidden en kook hem beetgaar. Laat afkoelen, snijd er blokjes en maak aan met zure room, hartige wijnazijn en zout en peper. Laat alles minstens een paar uur goed doortrekken. Zijn veel bekendere, frisgroene broertje verbleekt erbij.