My first Oerol
Nee, ik heb geen bucketlist. Maar al jaren verlangde ik ernaar om Oerol te beleven. Waarom? Om het waanzinnige idee dat toneel zo anders voelt als het landschap je bühne is. Omdat het me mooi leek om me te laten verrassen door de natuur die de regie overneemt. Omdat ik me steeds groen van jaloezie voelde worden zodra er ergens eind mei/begin juni weer iemand in mijn vriendenkring of werkomgeving niet kon ‘want dan zit ik op Oerol’. Goede grutten, wat een aanstellerij, dacht ik dan. Maar eigenlijk was ik alleen maar stinkend jaloers.
Polsbandjes
Ik kon mijn geluk dan ook niet op toen ik dit voorjaar een paar dagen Oerol als cadeautje voor mijn verjaardag kreeg. Ik ging het polsbandje bijna voor de sier maar vast dragen. Alles leek in kan en kruiken. Manlief had zelfs al een kamer in een leuk hotelletje weten te bemachtigen, strategisch bijzonder goed geplaatst midden op het eiland, en ook nog eens een culturele en culinaire goudmijn, zo leek. Gretig leefde ik toe naar de dag in mei waarop de voorverkoop startte voor iedereen die geen vriend van het festival is. Want ja, om nou gelijk vrienden te worden op niks af, dat leek me ook weer wat voorbarig.
Tiptop voorbereid, met een schema van keuze aan voorstellingen per dag, met tijden erbij en al, zat ik ruimschoots op tijd klaar achter mijn laptop om in te loggen en toe te happen zodra de eerste kaarten beschikbaar zouden komen. Rode konen van de spanning op het moment suprème. En toen, wat was dat nou: 1193 wachtenden voor mij? Dat kon niet waar zijn. Opgeven was geen optie, en die wachtenden tikten aardig snel weg. Ondertussen dagdroomde ik wat over het eiland, de fles champagne van de buurvrouw die we ergens zouden verorberen en alle moois dat ons te wachten stond. Drie kwartier later was het de beurt aan mij. Nu zou ik mijn tanden erin zetten! En toen luidde de tekst op het scherm: Uitverkocht. Oempf. Niet getreurd, op naar de volgende voorstelling, geen tijd te verliezen… 1281 wachtenden! 1211 wachtenden. 1150 wachtenden… Ding, mijn beurt. Uitverkocht! Wat? Wat?! Welgeteld twee en een half uur en een droge keel later had ik precies voor één voorstelling online kaartjes kunnen kopen. De rest was of uitverkocht of de kaartjes waren pas op het eiland beschikbaar. Kon ik daar zeker weer in de rij gaan staan?! Het hele Oerol werd ineens al een stuk minder aantrekkelijk. Hoezo ‘vriend worden van’?
Zwemmen
Nadat we onze teleurstelling een dag van ons af hadden gefoeterd, dook manlief het internet op. En ja hoor, hij wist voor nog eens twee voorstellingen van mijn gading kaartjes te bemachtigen. Wat knap! Okay, okay, misschien wordt het toch nog leuk… Een paar dagen later: ‘Joh, misschien is het goed als we niet nog langer wachten met de kaartjes voor de boot.’ ‘Gut ja, de boot! Tuurlijk, gaan we nu doen.’ Er is één rederij die op Terschelling vaart. En alle vaarten waren uitverkocht. Watertaxis: uitverkocht. Artistiek project Lampedusa, waarmee je naar het eiland kon varen: uitverkocht (al lang, natuurlijk!). ‘Kom, we gaan via Ameland. Ha, ons niet gezien!’ Het werd een sport om ondanks de dikke brokstukken die een onzichtbare Oerolmacht ons overduidelijk in de weg legde toch ons ultieme doel te bereiken. We werden er fanatiek van! De route via Ameland: uitverkocht… Wij waren niet de enige slimpies. Particuliere aanbieder met bootje op Marktplaats gevonden: Sorry, helemaal uitverkocht. Rederij nog maar een keer gebeld: Houd de website in de gaten, wie weet. Zo gezegd, zo gedaan; ineens waren daar twee terugvaarten beschikbaar. Toch best handig… Niet dat we er heen konden, maar ach, kniesoor die daarmee zit. Totdat we werden getipt door een aardige watertaximeneer, die zelf geen plek meer voor ons had, maar net had gezien dat er à la minute nieuwe kaartjes bij de rederij beschikbaar waren gekomen. Oerol, maak je borst maar nat!
Waddenweemoed
Aan dek van de boot zochten we een mooie plek in de zon en snoven vast wat zoute zeelucht op. Tijd voor champagne? Neuh, die bewaren we voor daar. Met de buitenaards mooie licht- en muziekvoorstelling ‘Planetary Sunrise’ trapten wij die avond ons eerste Oerol af, begeleid door de laatste stralen van de ondergaande zon. Afgetopt met een donkere regenwolk precies op de goede plek, voor een extra dramatisch effect. We werden er stil van. De dagen erna volgde nog een aantal prachtuitvoeringen, die stuk voor stuk niet op een andere plek hadden kunnen plaatsvinden dan precies daar waar ze werden uitgevoerd: in een pluktuin, aan de rand van de zee, in een stukje wandelend duingebied, … Minstens zo bijzonder waren al die cadeautjes die we zo maar kregen: de heerlijke fietstochten een paar keer per dag, op weg van A naar nog beter. Het lome terras van Paviljoen West aan Zee, met de overheerlijke Terschellinger truffels en de onvergetelijke cranberry cheesecake, het ongeëvenaarde uitzicht van Strandhotel Terschelling tijdens het lekkere ontbijt, de lieve mevrouw achter de dagkassa. Het feit dat ik twee keer kaartjes kocht voor dezelfde voorstelling, zo blij dat er kaartjes waren! Het feit dat we er andere mensen een dag later weer mee konden opvrolijken, de tongstrelende chocoladetaart bij De Oude Smidte, het verrukkelijke gastenplankje op de Westerkeyn met kaas van de Pieter Peits Hoeve en gedroogde worsten van keurslager Schaafsma, waarvan we er een paar als souvenir mee naar huis namen. De champagne (van de buurvrouw) die nooit lekkerder smaakte dan uit de grote emaillen bekers, met de neus in de wind en zicht op zee. En dan heb ik het nog niet eens over de waddenweemoed die we nu de rest van het jaar bij ons dragen.
Uit waddenweemoed geboren is ook het recept hieronder. Met het zilte zuur van cranberry’s, het zout van geitenkaas en het zoet van de herinnering aan my first Oerol.
Terschellinger CRANBERRYSTROOPWAFELS
Voor 30 grote (8 cm ø) of 55 kleine stroopwafels (5,5 cm ø)
200 gram roomboter, 100 gram witte basterdsuiker, 1 snuf zout, 1 ei, 50 ml melk, 3 gram bakpoeder, 400 gram tarwebloem, ¼ theelepel kaneelpoeder, 100 g gedroogde, klein gehakte cranberry’s
Smelt de boter, meng met de basterdsuiker, het zout, het ei en de melk. Meng de bloem,t het bakpoeder, de kaneel en het zout door de botermix tot een glad deeg. Niet te lang kneden. Laat het deeg in een kom afgedekt 1 uur rusten bij kamertemperatuur. Meng de gehakte cranberrystukjes er goed doorheen. Zorg dat de stukjes lekker klein zijn, zodat ze mooi egaal bakken.
Vorm van het deeg balletjes van circa 30 gram (voor een grote wafel) of 15 gram (voor een kleine wafel) en leg ze op een schaal of bakplaat. Vet een wafelijzer in met een beetje boter en bak de balletjes tot goudbruine wafels (zo’n 2 minuten). Steek een rondje uit met de uitsteker. Bewaar de snippers in een bakje. Snijd de wafels zo snel mogelijk na het bakken horizontaal doormidden. Bestrijk één kant met de cranberrystroop, leg ze weer op elkaar en druk voorzichtig aan.
CRANBERRYSTROOP
250 gram blanke stroop of agavesiroop, 100 g kristalsuiker, 70 ml water, 30 g boter, 200 gram cranberry’s (vers of ingevroren), 2 gram kaneelpoeder
Smelt de stroop, kristalsuiker, het water en de boter in een pannetje totdat de suiker helemaal is opgelost. Laat het vocht er wat uitkoken zodat de stroop dikker wordt en goudbruin. Pureer de cranberry’s en voeg ze toe. Laat wederom een beetje inkoken totdat het mengsel dik op de lepel blijft hangen. Voeg de kaneelpoeder toe en roer goed. Laat de stroop afkoelen totdat deze lauwwarm is.
Comments are closed.