T. 06 – 46 23 66 65
feb 15
Taart, macarons, patisserie

Taartjeshemel

Eventjes was ik in de taartjeshemel. Om binnen te komen moest ik wel zo ongeveer midden in de nacht opstaan en een lange, natte, donkere weg overwinnen naar een plaats ten zuiden van de (op dat moment niet zo heel erg kolkende) rivieren. En eenmaal ter plaatse moest je je een weg wurmen langs een lange stoet mensen die allemaal in de rij stonden (sommigen zelfs buiten in de regen) om de meest verleidelijke broden en zoetigheden te bemachtigen. En wij, de uitverkorenen, mochten gewoon doorlopen langs die rij en langs een eindeloze gang met glazen ruit waar een hoop bak-engelen bezig waren de mensheid gelukkig te maken.

Zoals je in de hemel zou verwachten, werden we ontvangen met een bovenaards gebakje: de White Princess. Was het nou toeval dat we met zijn 12’en waren? Twee aan twee hadden we een prachtig werkblad met alle benodigdheden ter beschikking die je je als taartjeshulpengel in opleiding maar kon wensen.

Toen onze bevlogen leermeester Peter van wal stak, werd het lokaal zo warm van zijn liefde voor het vak, dat we de ovens bijna niet meer nodig hadden. God, wat is die man begenadigd om zijn kennis over te brengen. Nadat we moeiteloos de passievruchtencrèmeux hadden gemeesterd, gingen we los op de crème anglaise. Appeltje, eitje – je zou er bijna overmoedig van worden. Maar toen voerde Peter ons in in de geheimen van de macarons. Macaronneren blijkt het toverwoord. Zo gezegd, zo gedaan. En wat waren het verheven kleine moppen die daar uit die oven kwamen. Ondertussen nog even wat chocolade in de kurkentrekkerkrullen zetten en een beetje met goud strooien… Ja, geen middel werd gespaard om ons te betoveren en verleiden. De zinnen werden geprikkeld en de fantasie aangewakkerd. Totaal verrukt sloten we ons bezoek aan het taartjesparadijs af met het opbouwen van ons eigen sacraal patisseriespektakelstuk.
Weer terug op aarde, werden onze werken onstuimig bezongen door de thuisgeblevenen zodat onze ijdelheid alleen nog maar meer gestreeld werd en ik bijna dacht dat ik een van de aartsengelen zelf was.

Hoe aards was het moment der waarheid toen ik een paar weken later op eigen houtje, vol zelfvertrouwen, mijn macarons in de oven schoof (het was maar een luttel onderdeeltje van de beoogde taart-als-toetje-kerstcreatie). Ik kon uittekenen hoe ze er over vijftien minuten uit zouden zien en zouden proeven: zaligmakend… Ze zijn geëindigd in de chipolatapudding, daar waren ze precies goed voor.

Enfin, ik ben even in de taartjeshemel geweest. En oh wat was ik er gelukkig! Maar het maakt me nog geen patisseriegod.